Reflectie informatievaardigheden
Vooraf was ik niet bekend met modellen of strategieën aangaande het zoeken en vinden van informatie. Tijdens mijn vorige opleidingen heb ik hier nooit concreet les in gehad. Ik ben naar aanleiding van de bijeenkomst verder gaan kijken naar de strategieën die gebruikt worden. Ik heb me meer verdiept in de big 6. We hebben deze kort besproken tijdens de bijeenkomst en we hadden eigenlijk de conclusie dat deze wat achterhaald was, maar ik heb hem toch wat verder uitgepluisd omdat ik graag wilde weten hoe deze strategie me wellicht toch nog kan helpen. In een filmpje dat ik tegenkwam via de website van Cubiss werd in het kort uitgelegd hoe de big 6 werkt. Ik denk dat ik zeker bij complexere vraagstukken deze manier me veel duidelijkheid en structuur kan geven.
Vervolgens ben ik gaan kijken hoe ik zelf zoek wanneer ik een ingewikkelder probleem heb. Wanneer ik informatie moet zoeken, gebruik ik voornamelijk google en zoek ik met diverse zoekwoorden. In “kritisch zoeken, denken en evalueren” worden de 5 meest gebruikte zoekmachines van Nederland genoemd. Deze zoekmachines heb ik uitgetest, maar vind ik toch minder handig. Ik weet dat Google, evenals andere zoekmachines slechts een gedeelte van de informatie ophaalt, dus ik zal in de toekomst verschillende zoekmachines gebruiken wanneer ik op zoek ben naar een bepaald onderwerp of vraagstuk. Wat mij verder hierbij opviel was dat er gesproken werd van het deep web. Hierop staan alle verborgen websites, uitgaven van universiteiten, databanken en websites waar een wachtwoord voor nodig is. Google of de andere zoekmachines vinden deze meestal in eerste instantie niet. Ik ga in mijn achterhoofd houden dat dit bestaat en wanneer ik op zoek ben naar databanken zal ik ook zoeken via www.archve.org of het woord “database” toevoegen aan mijn zoekterm.
Het begrip nepnieuws is iets waar het vandaag de dag veel over gaat. Ik denk dat dit iets is wat de burgers in de huidige maatschappij moet kunnen. Maar wat zeker niet alleen van deze tijd is. Wel denk ik dat informatie nu erg toegankelijk is voor iedereen en daardoor ook moeilijker op waarheid te controleren. Ook denk ik dat doordat iedereen iets op internet kan zetten de toevoer van nieuws groter is. Voorheen was alleen de NOS er met nieuws, nu zijn er erg veel manieren om nieuws te bekijken. Het beoordelen en het vinden van de juiste weg in de grote stroom aan informatie is hierbij een uitdaging.
In het handboek digitale geletterdheid van kennisnet dat onlangs uitkwam staat een mooi overzicht over het ontstaan van nepnieuws dat ik zeker kan gebruiken bij de lessen informatievaardigheden die ik op scholen geef.
Ik heb het idee dat ik nooit klaar ben in dit gebied. Ik hou nu bijna dagelijks enkele websites bij om op de hoogte te blijven van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van informatietechnologie, maar dit gebied is zo breed dat het ondoenlijk is om alles bij te houden.